Opvoeding

 

Houd er rekening mee dat het opvoeden van een pup veel tijd kost. Een pup heeft tijd nodig om te wennen aan de nieuwe omgeving, zonder zijn / haar moeder, broers en zusjes.  Jij speelt daarin een belangrijke rol en moet de pup wegwijs maken. De eerste maanden zijn bepalend voor de rest van het leven, daarom is het heel belangrijk om veel tijd te investeren in je pup en deze zoveel mogelijk verschillende, goede indrukken op te laten doen. Daar pluk je later de vruchten van als je hond zich ontwikkeld heeft tot een fijn gezinslid!

 

De eerste paar dagen na thuiskomst is rust heel belangrijk. Je pup is moe van de (lange) reis naar huis en de vele nieuwe indrukken. Zorg dat er bij thuiskomst voer, water en een mand (of een andere plek waar de pup zich terug kan trekken) klaar staat. Geef hem / haar de tijd om te wennen. De eerste week staat in het teken van het huis en zijn haar / nieuwe familie leren kennen, kennismaken met eventueel andere huisdieren, veel samen knuffelen en spelen en de eerste wandelingen in de buurt. Het is belangrijk om zo snel mogelijk een goede band op te bouwen met je hond en te zorgen dat je pup zich op z'n gemak voelt bij je. Nieuwe en positieve indrukken zijn belangrijk, maar zorg er ook voor dat de pup genoeg slaap krijgt. Een pup die de hele dag overspoeld wordt met aandacht, heeft niet genoeg tijd om alle prikkels te verwerken en dit kan dan juist tegen gaan werken in de opvoeding. 

 

Zindelijk maken is één van de eerste grote uitdagingen wanneer je een pup in huis neemt. De blaas van een pup is zeer klein en pups kunnen het nog niet zo lang ophouden. Je Labradoodle weet ook nog niet waar hij / zij mag plassen in zijn nieuwe omgeving. Het is de bedoeling dat je de pup daarin sturing geeft en duidelijk maakt wat je van hem / haar verwacht. Word nooit boos als er een 'ongelukje' gebeurd is. Je pup weet gewoon nog niet beter. Boos worden waardoor de hond stress ervaart, kan zelfs het zindelijkheidsproces vertragen. Ga regelmatig met hem / haar naar buiten, loop een stukje op het gras en blijf ook regelmatig even stil staan. Als je pup geplast heeft, beloon je hem / haar uitbundig met je stem en eventueel wat lekkers. 

 

Zorg ervoor dat je pup sowieso na het slapen, na het spelen en na een maaltijd de mogelijkheid heeft om even naar buiten te gaan. Dit zijn momenten waarop een pup vaak moet plassen. Als je deze volgorde aanhoudt, zal je Doodle de link gaan leggen en begrijpen wat er van hem / haar verwacht wordt. De ene pup is hier sneller mee dan de ander. Let ook op signalen die aangeven dat de hond mogelijk moet plassen. Rondlopen en 'zoeken' of naar de (voor)deur toe lopen, zijn vaak duidelijke hints dat je pup nodig naar buiten moet. Na een poosje merk je dat de Labradoodle niks meer in huis doet en kun je stellen dat hij / zij zindelijk is. Houd er rekening mee dat er altijd nog een ongelukje kan gebeuren. Bijvoorbeeld als je het huis vol visite hebt en de pup erg enthousiast is en veel prikkels ervaart, kan het fout gaan. Dit hoort nou eenmaal bij het proces en daar kun je weinig aan doen. De controle over de blaas wordt met de tijd steeds beter en eventuele ongelukjes gaan dan vanzelf over.

 

Het is belangrijk dat je zorgt voor een goede socialisatie zodat je pup uitgroeit tot een stabiele, open en vrolijke hond. Laat je pup daarom in het eerste levensjaar zoveel mogelijk kennis maken met dingen uit het dagelijks leven. Neem de pup bijvoorbeeld mee naar een druk station, in de auto, naar een winkel, in de bus, naar de markt, naar het strand, op visite bij mensen thuis en ga zo maar door. Hoe meer van dit soort (positieve) ervaringen je pup heeft opgedaan, hoe makkelijker hij / zij zich later staande kan houden in nieuwe, spannende situaties. Zo kun je beter verspreid over de dag enkele kleine activiteiten met je pup doen (bijvoorbeeld in de ochtend naar de markt en in de avond op visite), dan bijvoorbeeld één keer per week een hele dag met je pup op pad gaan. Door activiteiten te spreiden kan de hond vaker allerlei verschillende indrukken opdoen én tussentijds ook genoeg rusten.

 

Puppycursus (en eventueel een vervolgcursus) is ook zeker aan te raden en draagt bij aan een goede socialisatie en versterkt de band tussen jou en je hond. Op de cursus leert je hond omgaan met andere honden en hun eigenaren, maakt hij / zij kennis met allerlei attributen (zoals tunnels, hekjes, touwen enzovoorts) en leert verschillende (basis)commando's. Onderling kan er behoorlijk verschil zitten tussen hondenscholen en de manier van werken. Wij raden aan om, voor je de pup in huis hebt, alvast eens te kijken of er een kynologenclub bij jou in de buurt zit. Dit zijn regionale verenigingen waar gediplomeerde instructeurs werken en waar vaak tal van cursussen aangeboden worden. Daarnaast zijn er natuurlijk in iedere provincie ook wel ander professionele / gekwalificeerde hondenscholen te vinden. 

 

Vooraf een keer gaan kijken bij een training en in gesprek gaan met een instructeur is altijd een goed idee. Zo krijg je een beter beeld over hoe er met cursisten / honden omgegaan wordt en hoe er getraind wordt. Hierbij kun je ook letten op de grootte van de groep, de leeftijden van de honden, welke verschillende rassen er trainen en of de ruimte waarin getraind wordt prettig en warm (genoeg) aanvoelt. Veiligheid en positiviteit moet altijd de basis zijn van een hondentraining. Puppycursus kun je starten als de pup ongeveer 8 à 9 weken oud is, maar er zijn ook hondeneigenaren die liever wachten tot de pup minimaal 12 weken oud is en alle pupentingen gehad heeft. Dit is een afweging die je voor jezelf moet maken. Natuurlijk kun je dit ook in overleg doen met de hondenschool waar je de puppycursus gaat volgen.